In 2023 heeft Nederland meer koopwoningen dan huurhuizen zien toenemen. Dit komt voornamelijk doordat er een verschuiving was van woningen van de huursector naar de koopsector. Het CBS heeft dit onderzocht en constateert dat bijna alle gemeenten meer koopwoningen dan huurhuizen hebben bijgekregen.
Luuk Hovius van het CBS wijst op de invloed van de Wet betaalbare huur, die in juli van dat jaar van kracht is gegaan. Hij benadrukt dat de trendverandering te maken kan hebben met deze wet, die huurprijzen in het middensegment plafonneert. Het lijkt erop dat huiseigenaren al vooruitlopend op deze wet hun huurwoningen verkochten, waardoor er meer koopwoningen op de markt kwamen.
De statistieken tonen interessante regionale verschillen. Zo hebben gemeenten als Eemnes, Woudenberg, Zwijndrecht, Molenlanden, Albrandswaard en Altena het meeste aantal koophuizen zien toenemen doordat huurwoningen werden omgezet naar koopwoningen.
Aan de andere kant zijn er gemeenten zoals Urk, Oudewater, Boekel, Waterland en Rozendaal waar juist meer private huurwoningen zijn die eerst koopwoningen waren. In negen van de tien grootste gemeenten vonden ook meer huurwoningen hun weg naar de koopsector.
Het totaal aantal woningen in Nederland bedroeg begin dat jaar 8,2 miljoen. Van deze woningen is bijna 60 procent in bezit van particulieren, iets meer dan een kwart is van private verhuurders en 14 procent is eigendom van woningcorporaties.
De trend van de verschuiving van huurhuizen naar koopwoningen blijkt een nationaal fenomeen te zijn dat verschillende gemeenten treft en een gevolg kan zijn van diverse factoren, waaronder de implementatie van nieuwe wetten en regelgeving.